Hoeveel eieren legt Dottie? - tellen tot 10 en splitsen van 10
Nodig: kip (knuffel of handpop), 10 plastic eieren, deksel of bak met eventueel wat hooi of zaagsel erin voor het nest, kleine kuikentjes.
Dottie de kip zit op haar nest en broedt op haar eieren. Wat denken de kinderen, hoeveel eieren zouden er onder Dottie liggen? De kinderen mogen allemaal raden. Jij schrijft de antwoorden op een groot vel papier of het bord en turft wat er geraden wordt.
Als alle kinderen geraden hebben kijken we wat het meest geraden is en wat het minst. Zitten er antwoorden bij waarvan de kinderen denken dat het niet kan (veel te veel)?
Nu gaan we kijken hoeveel eieren het zijn. Hoeveel kinderen hadden dat goed?
De eieren breken één voor één langzaam open. De kinderen doen de ogen dicht en jij haalt wat eieren weg. Je zet er kleine kuikentjes voor in de plaats. De kinderen mogen weer kijken. Hoeveel eieren zijn er uitgebroed? Hoeveel eieren zijn er nog dicht?
Om het wat moeilijker te maken verdwijnen de eieren die uitgebroed zijn en komen er geen kuikentjes voor in de plaats. De kinderen doen de ogen weer dicht en jij haalt wat weg. Wat is weg?
Kuikentjes - tellen tot 10 en splitsen van 10, meer / minder
Nodig: een eierdoos voor 10 eieren, 10 kleine kuikentjes, liefst in verschillende kleuren. Eén kuikentje in elk vakje.
Laat de dichte doos aan de kinderen zien en laat de kinderen raden hoeveel kuikentjes erin zitten. Sommige kinderen zullen weten dat er 10 eieren in een doosje zitten of lezen dat op het etiket.
Maak vervolgens allerlei rekensommetjes met de kuikentjes. Hoeveel zijn er nog als er één weg gaat? En als er 2 weg gaan? Haal de kuikentjes nog niet uit de doos, maar laat de kinderen eerst nadenken en antwoorden. Daarna worden de kuikentjes uit de doos gehaald en kunnen de kinderen zien of het antwoord klopt.
Als er verschillende kleuren kuikentjes in de doos zitten, kun je vragen hoeveel rode kuikentjes er zijn, hoeveel gele, hoeveel blauwe? etc.
Vraag de kinderen wat de helft is. Je kunt dat makkelijk zien omdat er aan allebei de kanten 5 kuikentjes zitten. 5 erbij 5 is 10. Laat de kinderen dat maar eens zien met de handen. 5 Vingers en 5 vingers is samen 10. Kunnen de kinderen ook 6 vingers laten zien? En 3, en 2?
Vervolgens haal je een kuikentje weg uit één rij van 5 kuikens. In die rij zitten nu 4 kuikens, in de andere rij 5. Waar zijn er meer? Waar zijn er minder? Nu haal je in 1 rij 3 kuikens weg. Waar zijn er meer? Waar minder? De kinderen oefenen zo de begrippen meer en minder.
Sluit af met het volgende spelletje: alle kinderen hebben de ogen dicht. Er zitten 10 kuikens in het doosje. Eén kind mag er wat kuikentjes uithalen en achter zich leggen. De kinderen doen de ogen open. De doos gaat rond in de kring. Hoeveel kuikentjes zijn er weg? Sommige kinderen zullen gaan tellen, anderen zien dit in één oogopslag.
Kikkersprongen buiten - sprongen van 2
De kinderen springen als kikkertjes Begin met sprongen van 1. Spring tot 10 en tot 20. Probeer ook eens achteruit te springen en terug te tellen!
Nu gaan we het springen met sprongen van 2 oefenen! De sprongen worden wat groter. Spring weer tot 10 of 20.
We gaan het springen oefenen met de getallenlijn erbij.
Schrijf de getallen (tot 10 of 20) op A4-tjes. Plak de A4tjes in een lange rij achter elkaar op de grond. De kikkertjes gaan in een rij achter elkaar klaarstaan. Ze springen in één keer naar de 2, dan naar 4 etc. De kinderen zien en ervaren zo dat ze telkens één getal overslaan. Dit maakt het maken van sprongen van 2 wat makkelijker. Tip: laat de kinderen náást de getallen springen en niet óp de A4-tjes, dan zijn ze zo stuk. In plaats van A4-tjes kun je natuurlijk ook gewoon getalkaartjes gebruiken. Leuke Kikkergetalkaartjes vind je hier.
Een spelletje ter afsluiting: haal de oneven getallen weg, zodat allen 2, 4, 6, 8, 10 etc. te zien zijn. De kinderen doen de ogen dicht. Draai nu één van de even getallen om. Welk getal is omgedraaid?
Het grootste ei - seriëren van klein naar groot
Nodig: eieren van verschillende grootte en eventueel een handpop van een kip.
Leg de eieren in de kring. De kip wil graag eerst het kleinste ei uitbroeden, dan het ei dat een beetje groter is etc. Het grootste ei bewaart ze voor het laatst. Kunnen de kinderen helpen de eieren in de juiste volgorde te leggen?
De bloemenwinkel - seriëren van kort naar lang
Nodig: een heleboel (nep)bloemen
Leg de bloemen in de kring. Welke bloem heeft een lange stengel? Welke een korte? We leggen de bloemen in de juiste volgorde, van kort naar lang.
Seizoenenspel - tijdsbesef
Verzamel materialen die passen bij de verschillende seizoenen:
winter - wanten, das, handschoenen, plaatjes van een sneeuwman
zomer - zonnebril, zwemband, zonnemelk, badhanddoek
lente - bollen, zaadjes, bloemen, bloesemtak, knuffel van een lammetje
herfst - paraplu, regenlaarzen, kale tak, paddenstoel, herfstblaadje
Bekijk de spullen met de kinderen en sorteer ze op het juiste seizoen. Leg wat bij elkaar hoort naast elkaar in de kring of sorteer de spullen in een getekende cirkel van stoepkrijt.
Na deze activiteit Leg je de materialen per seizoen bij elkaar op een plek
De kinderen staan en jij geeft opdracht als:
- loop naar de lente
- loop naar de winter
- in dit seizoen zie je bloesem aan de bomen
- in dit seizoen maakt de egel zich klaar voor zijn winterslaap
- ik lig op mijn badhanddoek en kijk naar de blauwe lucht
- ik zie een lammetje dartelen in de wei